We gaan beginnen
Jarenlang was dat voor mij zo’n beetje het einde van de dag. Na een enthousiaste opsomming van alle onderwerpen in zijn talkshow was dat het slotzinnetje van Jeroen Pauw. ‘We gaan beginnen’, waarna de programmatune het overnam en we inderdaad het eerste onderwerp inrolden. Voor mij een glas rode wijn. Naast mij, mijn lieve vrouw die al ruim 40 jaar met mij samen de dag afsluit. Sterk punt, dat enthousiasme van Jeroen, ongeacht de onderwerpen die langskwamen.
Daar moest ik deze week aan denken, toen ik voor het eerst mijn laptop openklapte en nadacht over het nieuwe schoolseizoen wat aanstaande is. Op 23 augustus mag regio Noord de spits afbijten. Zoals in elke zomer worden er wat onderwerpen in de media genoemd, al dan niet geïnitieerd door OCenW, die nu door het onderwijs toch echt serieus moeten worden opgepakt. Ik heb diverse artikelen gelezen over noodzaak van het vak burgerschap; er zijn diverse items besteed aan de voortdurende kansenongelijkheid in het onderwijs, het schrijnende lerarentekort, terwijl het NPO-geld door de scholen heen stroomt als het water in Valkenburg gedurende de eerste natte zomerweken.
En dan hebben we natuurlijk ook nog steeds COVID-19. Want basisschoolkinderen zijn niet gevaccineerd en ondanks vaccinaties blijken mensen dus toch gewoon ziek te kunnen worden van een besmetting. We zijn er wat dat onderwerp betreft dan ook nog steeds niet.
En dan begint de leerkracht in zijn klas met een nieuwe groep. Vaak hoort daar toch zeker naast de kennismaking ook de reflectie op de vakantie bij. Wat hebben de kinderen gedaan, zijn ze weggeweest of niet? Hebben ze de mogelijkheid gehad om echt even te ontspannen, samen met hun ouders. Dat is lang niet overal gemakkelijk! Als jij namelijk niet de mogelijkheid hebt om naar Frankrijk of Italië te gaan, maar noodgedwongen thuis bent gebleven, dan kan het ook zijn dat je één en ander meegekregen hebt van onrust in de wijk, diverse geweldplegingen met dodelijke afloop, ja ook in Nederland. Of was je juist wel in één van die gebieden waar natuurrampen de agenda van de dag bepaalden. Overstromingen, bosbranden en wat al niet meer. En misschien moest je wel van de ene naar de andere testlocatie om toch nog wat mee te krijgen van de bezienswaardigheden in je vakantieland.
We beleefden wat dat betreft een bijzondere zomer na een bijzonder seizoen. Wat is eigenlijk nog normaal? En waar is de wereld die we graag aan de leerlingen zouden willen aanreiken binnen handbereik, waar de kernwoorden van ons onderwijs, zoals veiligheid, geborgenheid en vrijheid, nog voor het grijpen liggen? Het wordt er allemaal niet gemakkelijker en vriendelijker op, ook niet voor onze kinderen. En hoe brengen we dan zelf toch weer het enthousiasme, het doorzettingsvermogen op, om het beste uit onszelf te halen voor de nieuwe groep die aan ons toevertrouwd wordt. Durven we over onze eigen bedenkingen en schaduwen heen te stappen en samen met de kinderen te blijven dromen?
Een belangrijk gegeven van deze zomer was ook het feit dat we al vanaf begin juni overladen werden met het ene na het andere sportevenement. EK Voetbal, Tour de France, Roland Garros en Wimbledon en met als slotspektakel de Olympische Spelen in Tokio. Eerlijk gezegd was ik erg sceptisch dat al deze evenementen doorgang konden hebben binnen de nog voortdurende COVID-pandemie.
Maar in de laatste weken ging bij mij de knop om. En dat is bij mij met name gebeurd door de deelname van Hassan en Nagaeye aan de atletiekwedstrijden. Het verhaal van deze beide atleten raakt mij en raakt tegelijk heel veel onderwerpen in onze maatschappij. Vluchtelingenproblematiek, kansenongelijkheid, het ‘durven dromen’, doorzettingsvermogen en blijven geloven in je doelen! Ik heb daar ongelooflijk veel energie van gekregen! Op het puntje van mijn stoel volgde ik hun prestaties en de samenvattingen van de 1500 m, de 5 en 10 km en de marathon, heb ik diverse keren teruggekeken.
En dan de laatste meters van Nagaeye. Zijn trainingsmaatje werd als het ware door hem meegenomen met een stimulerend maar zeer beslist handgebaar. ‘Kom op, we doen het samen! Jij kunt het ook!’
En toen dacht ik, ja, dat is nu onze rol als leerkracht. Ik doe het voor, wij doen het samen en jij doet het uiteindelijk zelf.
Dat is het verhaal! Dat gaan we samen doen, ook in het nieuwe schooljaar. We stellen doelen, we durven te dromen! We gaan ervoor, moedigen elkaar aan, pakken elkaar op als een van ons het moeilijk heeft, want we zijn een team!
Wat hebben we een mooi vak. Wij hebben het vermogen, de mogelijkheid om aan de kinderen en aan de wereld te laten zien dat het anders kan. Want we geloven in de kracht die aan ons gegeven is om aan kinderen te vertellen en te laten zien dat die wereld van veiligheid, geborgenheid en liefde bestaat. En dat geloven we omdat we die liefde zelf hebben ontvangen van Hem die liefde is!
We gaan beginnen! Ik heb er zin in!