Burgerschap in het onderwijs

Een nieuw vak in het onderwijs met een wettelijke status. Kennelijk is het nodig om elkaar te leren wat burgerschap is, wat we van een burger verwachten mogen, of zelfs moeten. Dat heeft alles te maken met hoe we geworden of misschien wel verworden zijn. Want in aanleg zou dat niet nodig moeten zijn en is het ook niet.

Nieuwbouwwijk

In het dorp waar ik met veel plezier wonen mag is een nieuwe wijk gebouwd. Percelen grond worden uitgegeven, tekeningen worden gemaakt en met name jonge stellen gaan aan de slag. De één bouwt zijn huis zelf, de andere met vrienden en een derde laat het bouwen door een lokale aannemer. Van een dergelijke woonwijk in aanbouw valt veel te leren. Enthousiast wordt een begin gemaakt, kijkt men bij elkaar, helpt men elkaar en wordt er gezamenlijk een flesje bier gedronken op zaterdagmiddag als uiteindelijk het weekend begint. Want op zondag bouwen wij niet. Een vorm van samenleven waar het woord burgerschap niet hoeft te worden uitgelegd. Het is een vanzelfsprekendheid.
Maar dan gebeurt het! De wijk is nagenoeg klaar. De huizen worden ingericht en de tuinen worden klaargemaakt. En…om de tuinen verschijnen schuttingen, want, ineens hebben we het over mijn en jouw grond en vinden we dat we niets te maken hebben met wat de ander doet of zegt. En als het niet helemaal lekker loopt, of zelfs uit de hand loopt, dan kan het maar zo zijn dat de rijdende rechter eraan te pas komen moet. Gelukkig heb ik dat in het dorp nog niet meegemaakt en overdrijf ik wellicht een beetje.

De verandering

Wat maakt dat we die omslag maken in ons gedrag? Wat maakt dat burgerschap ineens betekent dat we ruzie maken over de inhoud van een identiteitsverklaring? Hoe komt het dat we ons eigen welzijn boven de gezondheid van een ander stellen als ons gevraagd wordt zoveel mogelijk thuis te blijven? Tijdens een lezing van E.D. Hirsch in de afgelopen week tijdens Make Shift Happen hoorde ik dat de emotionele binding met de samenleving ontstaat op de basisschool. Die opmerking kwam bij mij enorm binnen, mijn hele leven al werkzaam in het basisonderwijs. Daar moet het dus gebeuren! We leren jonge kinderen hoe onze democratie werkt. Een klas met kinderen moet een spraakgemeenschap zijn waar we de kennis van de samenleving en de kennis van elkaar versterken. Daar kan respect geleerd en geoefend worden. Dat betekent dat we horen van verschillen die gebaseerd zijn op wat mensen geloven en belijden. Maar dat betekent ook dat geleerd wordt dat respect een begrip is wat wederkerigheid kent. Een respectvolle relatie hoeft dan niet te betekenen dat we het eens zijn met elkaar, maar wel dat we elkaar zien, leren begrijpen en respecteren.

Verschil tussen de zaak en de persoon

Keer op keer blijkt dat we geen verschil kunnen en durven maken tussen de zaak (wat vind ik en wat vind jij ervan) en de persoon. We leren kinderen dat we nooit mensen afwijzen om wie ze zijn, maar wel moeite kunnen hebben wat ze doen en het zelfs moeten afwijzen als het indruist tegen wat respectvol is in een samenleving waar we nu eenmaal in elkaars territorium kunnen komen. We kunnen en mogen geen schutting bouwen rond een wereld waarin alleen wij het voor het zeggen hebben. Heel vaak lijkt het moeilijk te worden als persoonlijk geloof op basis van een levensbeschouwelijke identiteit ermee te maken krijgt of heeft. Ook dan geldt nog steeds dat een mening hebben over ‘de zaak’ niet betekent dat ik de ander niet kan liefhebben en respecteren. Dat is zelfs een opdracht voor mensen die vanuit geloof redeneren. Tenminste, als het geen fundamentalisme geworden is zonder ruimte voor de ander.

De toekomst

Laten we het voorbeeld van de nieuwbouwwijk niet vergeten en zoveel als mogelijk praktiseren. Hoe kunnen we met elkaar ervoor zorgen dat we in dit mooie land met interesse kennisnemen van elkaars wereld en gedachten hoe verschillend ook!
Dat begint dus op de basisschool. Als leerkrachten werken we aan die emotionele binding van kinderen met de wereld om hen heen. Vanuit heemkunde naar de grote wereld. Daarnaast weten we dat kinderen in diezelfde leeftijd ook hun talenten ontwikkelen. En het ontwikkelen van talenten geeft kinderen energie. Als het bewustzijn daarvan eveneens wordt gestimuleerd, dan kan burgerschap bijdragen aan het ‘verbeteren van onze wereld’. Dan hoop ik, misschien wat idealistisch, dat onze kinderen ons corrigeren en opmerkzaam maken of de foute omgang die wij als volwassenen vaak laten zien, op alle niveaus. Niet voor niets stelt Jezus in de Bijbel het kind als voorbeeld. En dat heeft hij zeker niet zonder reden gedaan.

Rouveen, 28 november 2020/ GvT

Reageer op dit bericht

Emfusio Onderwijsconsult

T: 06-13147902
E: gvtol@emfusio.nl