Onderwijsassistent maakt onderwijs passend
In de afgelopen weken heb ik mij opnieuw bezonnen over de betekenis van de onderwijsassistent in het basisonderwijs. Daarvoor zijn twee redenen te benoemen. In de eerste plaats is aan mij gevraagd een cursus te gaan schrijven over het functieprofiel en de taakinhoud van de onderwijsassistent. In de tweede plaats hebben in het najaar binnen veel besturen gesprekken plaatsgevonden met onderwijsassistenten over hun rol en taakinhoud binnen de scholen, wat in veel gevallen heeft geleid tot een heroriëntatie.
Internationale context
Het is opvallend dat de invoering van passend en/ of inclusief onderwijs wereldwijd heeft geleid tot het waarderen van de onderwijsassistent en leraarondersteuner. Tijdens mijn reizen door Europa en de Verenigde Staten, op zoek naar de succesformule voor ‘inclusive education’ is mij duidelijk geworden dat een succesvolle invoering niet zonder deze beroepsgroep kan. Door ijzersterke duo’s te maken in een groep leerlingen, waarbij elk vanuit eigen expertise en opleiding accenten kan plaatsen, heb ik realistische groeperingsvormen gezien die mij hebben gesterkt in mijn mening dat er veel meer kan, dan we nu in Nederland laten zien met elkaar. Als de Tweede Kamer in de afgelopen weken na de evaluatie passend onderwijs komt tot het opstellen van 25 punten van aanbeveling dan wil ik stellen dat ik blij ben met de genoemde punten en het focussen op het vooral verminderen van de bureaucratie. Maar tegelijk verbaas ik me erover dat er geen woord wordt gerept over de successen die bekend zijn uit de situaties waar de groepsgrootte gelimiteerd wordt en de onderwijsassistent zijn intrede heeft gedaan.
Onderwaardering
In de voorbereiding voor het schrijven van mijn cursus kom ik door gesprekken met onderwijsassistenten in aanraking met situaties die ik niet voor mogelijk had geacht. Onderwijsassistenten die worden uitbetaald in schaal 4 CAO PO draaien bijna volwaardig mee in schoolteams, bereiden onderdelen van lessen voor en staan met grote regelmaat zelfstandig voor de groep. Natuurlijk zijn daar redenen voor te bedenken (lerarentekort, Corona etc.), maar ten diepste vraag ik me af of we op deze wijze niet enorm tekortdoen aan deze beroepsgroep en tegelijk een prachtige formule om passend onderwijs te realiseren met elkaar laten liggen. De nieuwe CAO PO geeft in ieder geval de mogelijkheid om recht te doen aan die situaties waar ‘misbruik’ gemaakt wordt van de bevlogenheid en betrokkenheid van diverse jonge (meestal) meiden en jongens.
Kan het anders?
Ja, het kan anders. Wanneer we duidelijk zicht hebben op de groepsindeling van de school en hierbij rekening houden met een zogenaamde ‘ondersteuningsfactor’ (diversiteit quotiënt), dan kunnen we onderwijsassistenten verbinden aan de groepen die hier het meest om vragen. Maar idealiter zou ik elke leerkracht gedurende de helft van de lestijd een onderwijsassistent gunnen. Wanneer we hiervoor de reserves van samenwerkingsverbanden gaan gebruiken en wellicht ook zelfs de reserves van schoolbesturen, die ruim boven de signaleringswaarde uitkomen, dan kunnen we een heel eind komen. Als de overheid zich dan op de hoogte stelt van de financiering in de ons omringende landen zullen ze gaan beseffen dat er behalve een brief met 25 aanbevelingen ook iets moet gebeuren aan de financiering. Misschien wordt het dan toch nog een succes.
Lerarentekort
Wanneer het ons lukt de nieuwe functieprofielen goed te benutten en de diverse beroepsgroepen in de scholen te verdelen met nieuwe didactische modellen, waarbij elk in de eigen kracht kan worden gezet, dan heb ik ook hoop voor de oplossing van het tekort aan medewerkers. De groep mbo-ers, met liefde voor het vak en hart voor kinderen kunnen we juist in de komende jaren heel goed gebruiken. Bij het lezen van het boek ‘Kantelende scholen’, van Luc Greven werd ik hierin bevestigd. Wat we daarvoor nodig hebben is visie en lef. En… natuurlijk jongens en meiden die willen meewerken aan het onderwijs van basisschoolleerlingen. Want, ze zijn er gewoon, die zonder eindverantwoordelijkheid wel hard willen meewerken aan passend onderwijs voor elke leerling! En tegelijk maken we daarbij het vak van leerkracht ook interessanter, want alleen is ook maar alleen, toch?
21 november 2020/ Gert van Tol