Afgelopen week nam ik deel aan de ledenbijeenkomst van SIVON. SIVON is een coöperatie die zich ten doel gesteld heeft de belangen te behartigen van het onderwijsveld in de digitale wereld. En dat is nodig, omdat de verschillende werelden elkaar zouden moeten versterken, maar soms ook wel botsen. De keynote van de ochtend was Jarno Duursma, technologie expert en trendwatcher. In hoog tempo werden we meegenomen door de wereld van technologische innovatie en kunstmatige intelligentie. Dat laatste deed me ook denken aan het laatste boek van Dan Brown, die het ontdekken van de kunstmatige intelligentie schetst als een apocalyptische ontknoping van ons bestaan.
Inderdaad bemerkte ik een tweedeling in mijn bevindingen bij het zien en horen van digitale mogelijkheden voor de maatschappij en afgeleid voor het onderwijs. Aan de ene kant sta ik versteld van mogelijkheden die de wereld van de informatica ons biedt, maar aan de andere kant bekruipt me het gevoel overbodig te zijn. Het lijkt erop dat mijn intelligentie gemakkelijk vervangen kan woorden door een kunstmatig ontworpen brein wat, ook in het onderwijs, allerlei taken van mij overnemen gaat.
Jarno schetste zijn ideaalbeeld van modern onderwijs als een Netflixachtige omgeving waarbij iedere leerling op zijn tijd een zelfgekozen onderwerp kan bestuderen en uitwerken op zijn of haar niveau. Via algoritmische formules wordt op basis van de onderwijsbehoefte van de leerling het juiste pakket geselecteerd en aangeboden, geoefend en beoordeeld. Menselijk interventies zijn daarbij nauwelijks meer noodzakelijk. Weg leraartekort, weg invalproblemen. Geen gedoe met verouderde gebouwen met ventilatieproblemen. Iedereen blijft thuis, waardoor de CO-2 problematiek is opgelost, de files verdwijnen en we volmaakt gelukkig worden in een virtuele wereld die verdeeld wordt in thuis en de rest.
Maar toch voel ik dat er diep in mij een tegenreactie ontstaat. Ik wil kinderen kunnen zien, kunnen ruiken. Ik wil ze in de ogen kunnen kijken. Ik wil de lach delen en hun tranen kunnen drogen. Ik wil als opgeleid vakman genieten van de interactie met mijn leerlingen en samen zoeken naar de mogelijkheden van elke leerling. Ik wil de ouders kunnen adviseren in de begeleiding van hun kind. Ik wil kinderen niet alleen vertellen van geschiedenis, de natuur en het leven, maar ik wil ze ook leren dat wij samen de wereld ontvangen hebben om te bouwen en te bewaren. Ik wil ze leren lief te hebben, elkaar te respecteren en zo de wereld bewonen als rentmeesters. Dat is waarom ik meester geworden ben!
Ik denk terug aan mijn eerste klas in Katwijk aan Zee, 1979 aan de Parklaan op de Christelijke Opleidingsschool. In deze tijd van het jaar, om een uur of drie. De lamp aan, de geheimzinnige schemer buiten. Het werk gedaan en alle koppies gericht op mij. En ik, op de rand van mijn bureau, voorlezend uit Anne de Vries, Reis door de Nacht. Onvergetelijke momenten om een levenlang te koesteren. Daar kan geen digitalisering tegenop.